KerstgedachteEen Zwerver loopt verlaten in de kou,
Veegt zijn neus af met zijn mouw,
Zijn tenen en vingers zijn half bevroren,
Maar hij wilde zo graag de Kerstklokken horen!
En nu ziet hij door het kerkraam,
De boom en ook de Kerststal staan.
Hij denkt: "Met mijzelf vergeleken,
Hebben het die os en die ezel goed bekeken,
Ze eten lekker van het verse hooi,
En slapen samen in het strooi."
De zwerver keek nog een keer,
Toen viel zijn blik op het "Kindeke" neer!
"Ach Heer, ik vraag U, geef zwervers wat brood,
En een bed om te slapen, anders vriezen ze dood,
Maar geef ook aan alle mensen wat meer vertrouwen,
Zodat ze weer aan een mooie toekomst kunnen bouwen."
Waardering: 9.32 met 28 uitgebrachte stemmen
Dit gedicht is ingezonden door Dymphy
Printbare versie
Dit gedicht verzenden naar een vriend(in)
Volgende gedicht: In de straten kleuren lichtjes de stad
Vorige gedicht: De Kerstman zat laatst onder zijn boom