KerstWaarom ben ik zo raar?
Wat is er toch met mij?
Waarom voel ik me zo kwetsbaar?
Terwijl ik zo hard wil zijn als gebakken klei.
Toch lukt dit niet,
Toch weer ben ik bang.
Dit doet pijn en geeft mij verdriet.
Gaat dit zo door mijn leven lang?
Ik voel me zo vaak eenzaam,
Door niemand begrepen.
Het leven is best wel moeizaam,
Het leven dat aanvoelt alsof er stukken uit mijn huid zijn gebeten.
Waarom is mijn vader zo gemeen?
Doet kinderen pijn,
Was hij maar van steen.
Al die kinderen zijn immers nog zo klein,
Het doet pijn als ik zie hoe andere kinderen plezier hebben,
Plezier met hun vader.
Een plezier dat ik en m'n broers nooit gekend hebben,
En toch heb ik ook een vader.
Een rotzak, daar niet van,
Maar ik moet het er maar mee doen.
Het is een vloek of een soort ban,
Probeer het hier maar eens mee te doen.
En dan komt kerstmis,
Het feest van het licht,
Het feest van hoop en zonder gemis,
Het feest waar iedereen voor zwicht.
Het feest wat ik vier met m'n moeder,
Altijd mijn steun en toeverlaat,
Mijn levenshoeder,
Terwijl ze er niet bij is gebaat.
Ik weet dat ik nog lang op je kan bouwen,
Dus ook weer dit kerstfeest hoef ik niet te balen,
En hoef ik nog niet te rouwen,
Omdat jij altijd al mijn pijn wist weg te halen.

Waardering: 6 met 54 uitgebrachte stemmen
Dit gedicht is ingezonden door Francis

Printbare versie
Dit gedicht verzenden naar een vriend(in)

Volgende gedicht: Kerst in het Midden Oosten
Vorige gedicht: Met kerst denk ik aan jou

 
© 2006 - 2022 Jan Hengeveld.