Honderden
afdonderden
Afferden
afluisterden
bekommerden
belazerden
benaderden
bewonderden
bladerden
bulderden
denderden
donderden
ergerden
fladderden
flikkerden
gevorderden
glinsterden
glunderden
hamerden
herinnerden
hinderden
honderden
klapperden
kliederden
kluisterden
leverden
luisterden
meeluisterden
minderden
naderden
Netterden
offerden
Pannerden
ploeterden
plunderden
puberden
schaterden
schilderden
schitterden
slenterden
slingerden
Staverden
sudderden
timmerden
veranderden
vergaderden
verminderden
veroverden
verwaterden
verwonderden
verzekerden
vorderden
wapperden
weigerden
wingerden