KerstKerstkatten

De kerstboom stond volop te stralen,
Kleurige ballen gevlochten in het groen.
Vergat echter mijn twee kattenvandalen,
In streken zijn ze onbetwist kampioen.
Moest even naar de winkel,
Voor brood en nog wat meer.
Kwam terug en hoorde van verre het gerinkel,
Rende naar binnen als een speer.
Twee katten getooid met slingers,
De kerstboom schuin in de pot.
Het aantal hele ballen nog geringer,
Het geheel zag er idioot uit en o zo zot.
Een kattenparadijs op aarde,
Met ballen, touwtjes en veel meer.
Voor hen niets van kattenwaarde,
Ik was woest en ging te keer.
Zat ze na door de kamer,
Rende trap op en trap af.
Dacht na een kwartier hijgend: "Laat maar."
Ze begrepen het niet, dus waarom straf?
Twee paar schuldbewuste kattenogen,
Staarden naar mij in groen en geel.
Mauwden: "Weet van niks," heel onbewogen,
Maar bijna geen ene bal was meer heel!
Wat moet je tegen twee flemende kattenstaarten?
Ze kochten mij om met hun gevlei,
Maakte er een foto van voor mijn kerstkaarten.
Ach, zie het als onvermijdelijke feestdagen averij.
In mijn boom hangen nu plastic ballen,
De slingers heb ik vastgeniet,
Een touw laat hem niet omvallen,
Ik streel mijn katten en geniet!

Waardering: 5.25 met 12 uitgebrachte stemmen
Dit gedicht is ingezonden door Henny

Printbare versie
Dit gedicht verzenden naar een vriend(in)

Volgende gedicht: Kerst 2004 komt steeds dichterbij
Vorige gedicht: Het is vanzelfsprekend, twee geliefden die samen zijn met kerst

 
© 2006 - 2022 Jan Hengeveld.